Auteur schetst een portret van haar broer, die op zijn achttiende lid werd van de Jeugdstorm.
In de sterfkamer van haar broer vindt een vrouw een koffer vol nazistische propaganda uit zijn tienerjaren, die haar herinnert aan zijn fascinatie voor het nazisme, de Jeugdstorm en het Duitse oostfront die het gezin in tweeën spleet.