Summary: Peter Verstegen gaat na welke mannen Dickinson bedoelt als ze zich in haar brieven naamloos tot hen richt. Marian de Vooght geeft binnen een internationaal kader een overzicht van de Dickinson-receptie in Nederland en Vlaanderen. Harry Bekkering plaatst het essay waarmee Simon Vestdijk de dichteres (en zichzelf als essayist!) in ons land introduceerde in het literair-historisch perspectief van de Forumkring. Anneke Reitsma en Jan Gulmans interpreteren met veel aandacht voor de dood (hoe zou het bij Dickinson ook anders kunnen) de plaats van religie en mystiek in haar poëzie en Albertina Soepboer onderzoekt de literaire verbanden tussen Obe Postma en Emily Dickinson.